Ik ging een paar dagen naar Chetumal, Mexico
Even weg van de drukte en het eindeloze toerisme van Playa del Carmen. Even rust zoeken en een ander behangetje. Dat was de gedachte achter een paar dagen weg de afgelopen week. Playa werkt af en toe behoorlijk op mijn zenuwen. In mijn papieren dagboek schreef ik: De hebberigheid voor een hoge fooi staat service en kwaliteit ernstig in de weg. Een ober denkt alleen maar aan geld verdienen en geeft je al lang geen gastrij gevoel meer. Tenzij je honderden dollars uitgeeft, zijn garantie voor een hoge fooi.. Net even te vaak maak ik het mee dat als ik alleen iets wil drinken in de buurt van het strand ik weggekeken wordt en bij het afrekenen gezegd wordt: Hopelijk bestel je de volgende keer eten.
Met mijn kapper had ik het er al over, dat het hier niet echt op Mexico lijkt. Hij was het met mijn eens. Zijn klaagzang over zijn verlangen naar Mexico stad maakte dat we aan de praat raakten over de cultuur in Playa del Carmen, en de toeristen gebieden in Quintana Roo. Volgens hem is het echt van deze staat dat hebberige en de weinige service bereidheid tenzij er honderden dollars rollen. Hij sprak er schande van.
Ik leef op een budget en pas niet het in deze cultuur van big spenders
En omdat iemand een tijd geleden tegen mij zei: maar de Riviere maya heeft ook niks met Mexico te maken, dit is zo Amerikaans en zo nep dat de tranen in je ogen springen, wilde ik wel even weg.
Chetumal it is. Aangezien ik nog steeds afhankelijk ben van openbaar vervoer is het lastig een bestemming te vinden die redelijk bereisbaar is, zelfs voor Chetumal zit ik 4.5 uur in de bus, en het is maar drie steden verder.
Onderweg realiseer ik me weer hoe groot dit land is, met een beetje schikken past heel Europa er makkelijk in.
De uitzichten onderweg zijn matig, veel armoede en alleen bij Bacalar als ik dan eindelijk dat grote meer zie begrijp ik de hype. De bus loopt er leeg. Allemaal backpackers en het stikt er van de hostels, en die zijn duur, omdat Bacalar populair is, je betaald zo 50 euro voor een bed op een slaapzaal.
Niet mijn ding, denk ik als ik in een bijna lege bus verder rijdt naar Chetumal. Alleen Mexicanen rijden verder. Geen enkele toerist.
Volgens mijn kapper ga ik me dood vervelen in Chetumal “Er is niks te doen”, riep hij verschrikt toen ik zei dat ik daar naar toe wilde.
Maar hij heeft het mis. Er zijn genoeg leuke dingen te doen. Er zijn 2 musea en een dierentuin en ik vermaak me prima als ik bij El Vaticano aan een tafeltje zit en alle drukte van de markt en voorbijgangers bekijk.
Het leven van alledag boeit me in Chetumal, mensen zijn relaxt en vriendelijk
Ik zie een militaire jeep stoppen, een man springt er uit, volledig bewapend, hij helpt een oude meneer de weg over, langzaam schuifelen ze arm in arm naar de stoep aan de overkant. Ik zie mennonieten die boodschappen doen. Een vlugge zoektocht over deze opvallende groep mensen leert mij dat zij in het grensgebied tegen Belize aan wonen.
Ik ga een dagje naar een prachtige dierentuin en wandel over beschaduwde paden door een goed onderhouden jungle, bekijk een jaguar en moet een beetje lachen om de tevreden hippo in zijn reuze zwembad. De papegaaien lijken het leuk te vinden als ik langsloop en de apen in hun vrolijke speelplek eten een vers gesneden fruitontbijt.
Ik eet een heerlijke steak in een Uruguayaans restaurant, it een lekker fajitas bij El Vaticano, ik babbel met verkopers, taxi-chauffeurs en mensen op straat.
Ik wandel over de boulevard, overdag met een prachtig uitzicht op de baai en in de verte Belize, en in de avond als iedereen daar een snack koopt en zich vermaakt met draaimolens en familieontmoetingen.
Ik bezoek de lokale markt, en geniet van alles wat ik zie (en ruik) vlees, vis, keukenspullen, manden, kleding. De mensen vinden het leuk als ik foto’s maak. Ik bekijk de enorme muurschilderingen in het congresgebouw, wandel langs de prachtige regeringsgebouwen en bezoek het stedelijk en het Maya museum waar ik afdaal tot in de onderwereld van de Mayas.
Na Playa del Carmen is Chetumal heel erg stil, en landelijk bijna
Ik geniet van mijn ruime hotelkamer, het mooie uitzicht elke ochtend vanuit een geweldige stoel die daar voor het raam staat. En ik slaap. Ik slaap zoveel en zo lang, het bed is heerlijk zacht en de kussens zijn geweldig. En het is er stil. Doodstil.
Playa del Carmen en het gebouw waar ik woon met zijn eeuwig wisselende bewoners is lawaaiig en er is dag en nacht altijd geluid. De airco, de koelkast de verkopers op straat, de blaffende honden, de buren, de bar om de hoek.
Het is er nooit echt stil.
In Chetumal is het stil, en ik slaap……man wat heb ik geslapen daar!