Dagboek

From Pueblo to Pueblo ik ben op 1/3 van mijn reis door Mexico

Dat schrijf ik dan wel, die titel, op 1/3 van de reis. maar dat weet ik eigenlijk helemaal niet zeker, want ik ben heel flxibel in mijn schema. Als ik het ergens leuk vind, dan blijf ik langer, maar als ik het ergens niet prettig vind, zoals laatst in Puerto Escondido, dan reis ik verder.

Ik heb veel geleerd van mijn motortocht door de Filipijnen, waar ik eigenlijk een beetje ondoordacxht vertrok met al mijn spullen op de motor. Ik had een ongeveer-route in mijn hoofd en ik reed voor de vuist weg. Daardoor heb ik best veel mooie plekjes gemist. Dat wilde ik in Mexico voorkomen. Helaas mis ik nu heel veel door COVID, omdat zoveel overheidsgebouwen (lees musea) nog gesloten zijn.

Ik heb ik (tot nog toe) de volgende steden en staten geslapen:

  • Merida (Yucatan)
  • Campeche (Campeche)
  • Isla Aguada (Campeche)
  • Villahermosa (Tabasco)
  • San Cristobal de las Casas (Chiapas)
  • Tuxtla Gutierrez
  • Salina Cruz (Oaxaca)
  • Puerto Escondido
  • Oaxaca de Juarez

Als ik in een stad ben maak ik dagtochten in de omgeving. En dan bezoek ik ruïnes, natuurparken en interessante gebieden die verder weg het land in liggen.

Ik dus natuurlijk in veel meer dorpen en steden geweest, ik bezocht Progresso, Bacalar, Tulum, Valladolid, Las Coloradas, Tizimin Rio Lagartos, en nog veel en veel meer steden en dorpen.

Ik rij van Cancun naar La Paz, van de ene kant van het land naar de andere, dwars door het hart van Mexico. Van dorp naar dorp, dus niet over de snelweg, maar over de gewone weg (de Libre) of nog kleiner mits het een beetje te doen is.

Gisteren nam de natuur het over op een bergweg in Mexico

En daar ligt nu ook het pijnpunt in mijn lichaam, over die “wegen die ook goed te doen zijn”. Gistteren vertrok ik, veel vroeger dan gepland uit Puerto Escondido. Het is een leuke plek, vooral als je van surfen houdt. De golven zijn echt metershoog en heel indrukwekkend, en het strand is fijn, vooral in de kleinere baaien die vol staan emt restaurants. Maar ik had er zo’n slecht hotel, mijn bed rook naar schimmel, het was vies, de eigenaar was grof en beschuldigend toen ik haar er op attendeerde dat ik niet de kamer had gekregen die ik geboekt had, maakte me uit voor leugenaar, ik had geen daglicht in mijn kamer en alles was klam en vochtig.

Geen plek waar ik wilde zijn, op Booking waren de kamers licht, kleurrijk en zonnig, en ik had, ondanks dat het zonnig was een donker muf en bovendien smerig hol. En alles was kapot. Dus ik wilde weg. Jammer van het geld dat zoek ik later wel uit met Booking.

Op naar Oaxaca de Juarez dus!

Via de bergen, het zou een lange rit worden met eindeloze bochten die tot 3000 meter hoogte zou gaan voordat we het relatieve dal (1600 meter boven zeespiegel) zouden inrijden waar Oaxaca ligt.

De weg zag er prachtig uit en mijn zoon en ik reden lekker door. Maar langzaam werd het wegdek slechter en slechter. Kuilen, wegverzakkingen en naast ons de steeds dieper wordende afgrond. Best gespannen rijden. Maar het was te doen.

Toen kwam het zand en de modder. Dikke slush-achtige modder, eerst de halve weg, en toen gewoon alles, zoekend naar de meest platgereden plekjes reden we omhoog de berg op, maar de twijfel sloeg toe.

Vlak voor een bocht stopten we omdat we echt alleen nog maar modder zagen en water, er kwam een taxi voorbij, 2x bijna want we zagen hem de modder inrijden en wegslippen en terugglijden de helling af.

We besloten terug te gaan, we konden niet zien waar deze landverschuiving zou stoppen, de weg zou nog uren doorkronkelen door de bergen en wie weet wat er allemaal nog meer op de weg lag.

Kou, mist, regen, ik kan het allemaal aan, maar echt modder die tientallen centimeters diep is en brijachtig, dat is levensgevaarlijk. EN dat wil ik niet, zeker niet op een berghelling.

Balen want dan moesten we ruim 80 kilometer terug en nog eens bijna 70 kilometer omrijden voor we een andere weg op konden naar Oaxaca en de afstand naar Oaxaca is ongeveer 254 kilometer, dus reken maar uit. Het was inmiddels midden op de dag. Dat zou een latertje worden.

Doorrijden!

Gelukkig is afdalen makkelijker dan klimmen voor mij!

We maakten flink snelheid, op de een of andere manier ben ik handiger met afdalen op de motor dan met klimmen. Maar toch, het was een heel eind en de weg leek eindeloos. Via Puerto Escondido, (Hallo!! Daar zijn we weer!!) in de richting van Salina Cruz (OH, die weg….) en dan ergens links af de bergen in.

Weer tanken, weer kronkelend naar boven.

Deze keer haalden we de 3000 meter wel, en reden we van 40C zo de 17C in met dikke mist. Het water drupte overal van af, zelfs op mijn wimpers lag water. Auto’s kropen over de steile hellingen. En het duurde en duurde…..3 uur……4 uur, het leek al wel nacht zo donker was het. En nergens een goede plek om te stoppen. Rijden en rijden en rijden, omhoog, omhoog, omhoog.

En dan ga je afdalen en breek je zo door de wolken heen

Gelukkig was het niet zo donker dan we dachten want toen we eenmaal uit de mist kwamen scheen de namiddag zon nog. Maar man wat was het koud, mijn handen waren gevoelloos. En ergens in al die chaos van verkeer (zonder lichten en inhalend) was er ook nog een incident met twee kinderen die een touwtje over de weg hadden gespannen om geld op te halen. Hun vader maakte de berm schoon en daar wilden ze geld voor. Een gebruikelijk iets in Mexico. Zd trokken het touwtje strak en ik moest zo bot op de rem. Ze schrokken er zelf ook van en lieten het touwtje snel weer zakken. Maar ik verrekte een spier in mijn nek. Gruwelijk wat een pijn.

Maar met de zon erbij reed het een stuk prettiger, daarbij is al het verkeer wat zich opbouwt op zo’n bergbeklimming dan al snel verdwenen. Dus we reden weer heerlijk rustig met zijn tweeen door de prachtige natuur en slaperige dorpen.

Maar ruim 12 uur rijden onder zulke vaak barre omstandigheden vraagt zijn tol

We hebben ruim 400 kilometer gereden waarvan de laatste anderhalf uur, voor mij zonder koplamp, met een hoofdlamp op mijn motor bevestigd heb ik me door het donker gestunteld. Gebruik makend van het achterlicht en de high-beam van mijn zoon waar ik achteraan reed. Niet prettig als je niks kunt zien en elke topes (verkeersdrempel) op de gok moet nemen. Wegen in Mexico zijn niet verlicht, en zelfs in de stad zijn er hele stukken onverlicht, dus ik was net een blinde kip. Bijna net zo erg als in die dikke mist boven op het plateau van het gebergte.

Mijn lijf doet pijn van het ingespannen rijden, mijn billen voelen beurs, mijn nek is stijf en ik kan niet naar links kijken

De hotelkamer van het hotel on Oaxaca maakt het meer dan goed!

We hebben boven gepland budget geboekt, en daar ben ik deze keer heel blij om. Want menselief, ik had al weken niet fijn gedoucht, kapotte douchekoppen en Mexicaans misplaatste zuinigheid om heet water af te sluiten waren daar debet aan. Maar ook de ontvangst, we zagen er niet uit, moe, (uitgeput) blubberig, stoffig, hongerig en koud, vooral heel koud kwamen we aan. Maar d receptioniste bleef vriendelijk en deed een razendsnelle check-in, de bell boy sleepte al onze spullen naar onze kamers en we kregen de route naar Oxxo, omdat het restaurant en room-service (mede dankzij COVID) al gesloten waren.

Oxxo geplunderd, douchen en slapen……En dan wakker worden, vogels horen fluiten en koffie zetten.

Oaxaca here I come!

Update: Inmiddels ben ik na 3,5 maand motorrijden en ruim 9000 km (iets langer dan gepland) aangekomen en de video’s van de reis komen langzaam aan op YouTube, en je kunt al heel veel video’s bekijken daar, Er staan ook videos van mijn motorreis door de Filipijnen en mijn vier jaar in dat land.

Jeanette reist over de wereld sinds haar 17de, maar altijd met een huis om naar terug te keren. In 2015, op haar 54ste, liet ze ook dat huis achter. Je zou haar een nomade kunnen noemen want ze zwerft het liefst over de aarde op een motor met alle bezittingen achterop. Zo reisde ze bijvoorbeeld door de Filipijnen en nu dwars door Mexico. Ze is eigenaar van Leaving Holland en Floating Coconut websites. En ze geniet van haar werk als Emigratie Coach waarbij ze anderen helpt hun emigratie droom te verwezenlijken.